Diagnose van het syndroom van Guillain-Barré

wordt aangevallen, beschadigd zijn, elektrische signalen, kunnen artsen, medische professionals

Guillain-Barré is een zeldzame aandoening waarbij het eigen immuunsysteem delen van de perifere zenuwen voor een infectie vergist en antilichamen die deze zenuwen aanvallen, afstoot. Het meest voorkomende resultaat is een zwakte en gevoelloosheid die begint bij de toppen van de vingers en tenen en zich naar het lichaam toe verspreidt.

Ongeveer 30 procent van de tijd wordt deze zwakte zo hevig dat de patiënt niet zelfstandig kan ademen.

Ze kunnen ook geen voedsel of speeksel inslikken zonder dat het "in de verkeerde buis" en in hun longen terechtkomt. Om deze redenen kan Guillain-Barré levensbedreigend zijn en heeft het medische professionals veel aandacht nodig, meestal in een ziekenhuisomgeving. Hier vindt u hoe artsen bepalen of een patiënt het Guillain-Barré-syndroom heeft.

Lichamelijk onderzoek

Afgezien van een zorgvuldige geschiedenis om te beslissen of Guillain-Barré een mogelijkheid is, zal de arts bepaalde bevindingen op een fysiek onderzoek opzoeken. Omdat de perifere zenuwen beschadigd zijn in Guillain-Barré, zijn reflexen, zoals de gebruikelijke reflex over de knieën, meestal afwezig. De arts zal ook de armen en benen testen om te zien of ze zwak zijn en sensorische tests uitvoeren om te zien of er ook sprake is van enige vorm van verdoving. Artsen die zich zorgen maken over Guillain-Barré zullen de schedelzenuwen goed in de gaten houden, omdat wanneer deze beschadigd zijn, dit kan leiden tot een intubatie of mechanische beademing om ervoor te zorgen dat de patiënt blijft ademen.

Onderzoek naar elektromyografie en zenuwgeleiding (EMG / NCS)

Wanneer het perifere zenuwstelsel door een ziekte wordt getroffen, verandert dit de aard van de elektrische signalen die in dat systeem worden verzonden en ontvangen. Door deze veranderingen met speciale apparatuur te meten, kunnen artsen niet alleen vaststellen of er iets mis is, maar ook welke delen van de zenuwen het meest worden getroffen.

Deze informatie kan helpen bij het nemen van beslissingen over behandelingsopties en geeft de arts een idee van hoe ernstig de ziekte is en hoe lang het duurt voordat iemand hersteld is.

Als iemand bijvoorbeeld een zwakte heeft die zich opwaarts verspreidt, zoals Guillain-Barré, kunnen deze elektrodiagnostische onderzoeken helpen bepalen of het axon of de myelineschede van de zenuw wordt aangevallen. Myeline omringt het axon en helpt elektrische signalen sneller te bewegen dan ze anders zouden doen. Als elektriciteit ongewoon langzaam door de zenuw stroomt, kunnen artsen vermoeden dat de myeline wordt aangevallen, in welk geval de meest voorkomende vorm van Guillain-Barré waarschijnlijk de oorzaak is.

Aan de andere kant, als het axon wordt aangevallen, zal er minder elektrisch signaal doorkomen. Als dit wordt gemeten aan de hand van zenuwgeleiding, is een van de minder gebruikelijke axonale types van Guillain-Barré mogelijk verantwoordelijk. Als dit zowel sensorische als motorische neuronen beïnvloedt, kan de patiënt acute motorische en sensorische axonale neuropathie (AMSAN) hebben, een meer agressieve variant die sterke behandelingen en veel fysiotherapie voor herstel vereist.

Lumbale punctie

Bij auto-immuunziekten die het zenuwstelsel aantasten, kan de hoeveelheid eiwit in de cerebrospinale vloeistof (CSF) van het lichaam hoog zijn.

Om deze reden kan een lumbaalpunctie worden uitgevoerd. Een lumbale punctie kan ook helpen andere potentiële mimickers van Guillain-Barré, zoals infecties, uit te sluiten.

Bloedonderzoek

Het is niet ongebruikelijk dat artsen bloedonderzoeken laten uitvoeren om het Guillain-Barré-syndroom te diagnosticeren. In sommige gevallen kan dit helpen het antilichaam verantwoordelijk te vinden. De Miller-Fisher-variant van Guillain-Barré wordt bijvoorbeeld gewoonlijk geassocieerd met een antilichaam dat GQ1b wordt genoemd. Het vinden van dit antilichaam bevestigt een diagnose van de Miller-Fisher-variant en kan de arts extra voorzichtig maken over een toekomstige behoefte aan intubatie.

Bloedonderzoek helpt ook bij het uitsluiten van andere aandoeningen die op het Guillain-Barré-syndroom lijken.

Afhankelijk van de geschiedenis en het lichamelijk onderzoek, kan de arts testen op tekenen van kanker, infectie of toxines, zoals kwik.

Het is belangrijk om precies te weten wat een probleem veroorzaakt, om te voorkomen dat onjuiste therapieën worden gegeven. Door de diagnose Guillain-Barré vast te stellen, kunnen medische professionals zich concentreren op de juiste behandeling en kunt u meer informatie krijgen over wat u kunt verwachten naarmate de ziekte vordert, hoe snel u zich zult herstellen en wat voor soort hulp u nodig heeft om weer op uw voeten opnieuw.

Like this post? Please share to your friends: