Bezigheidstherapie Afkortingen en Jargon

dagelijks leven, afkortingen voor, mate waarin, meer betrokken, zijn meest

U hebt een kopie van uw bezigheidstherapie-aantekeningen ontvangen, zodat u meer betrokken kunt zijn bij uw zorg, maar nu leest u wat wuftig lijkt.

Als ergotherapeuten zijn we in strijd met onze notities. We willen het proces efficiënt maken om de tijd voor patiëntenzorg te maximaliseren, maar we willen ook duidelijk communiceren. De aantekeningen van veel ergotherapeuten worden dan een soort hybride taal.

Voorbeeld: Pt. uitgevoerd supàsit met Mod A.

Laat deze intimiderende taal geen belemmering zijn om uw notities te lezen en meer betrokken te zijn bij uw zorg. Vraag indien nodig uw ergotherapeut om opheldering. Hieronder heb ik een lijst met veelgebruikte afkortingen samengesteld om u te helpen het ontcijferingsproces te starten.

Afkortingen voor gemeenschappelijke bezigheidstherapie

ADL- Activiteiten voor dagelijks leven

ADL’s vormen een hoeksteen van de ergotherapiebehandeling. ADL’s verwijzen naar de dagelijkse activiteiten die nodig zijn om te overleven – voeden, aankleden, toiletgebruik, enz. Het doel van een OT is vaak om cliënten zo zelfstandig mogelijk in het dagelijks leven te helpen, en ADL’s zijn het meest basale niveau dat de therapeut beoordeelt.

Voorbeeld: Uitgevoerde versterking om ADL-deelname te vergroten.

IADLs- Instrumentele activiteiten van dagelijks leven

IADL’s zijn dagelijkse taken die complexer zijn dan ADL’s, maar nog steeds essentieel zijn om de kwaliteit van leven te behouden.

Deze taken kunnen gemakkelijker worden overgedragen aan een andere persoon of worden uitgevoerd met behulp van technologie. IADL’s omvatten taken zoals autorijden, communicatiebeheer, financieel beheer, maaltijdbereiding, winkelen, enz.

Voorbeeld: toegespitste cognitieve vaardigheden om de IADL-deelname te verhogen.

MaxA / ModA / MinA / SBA / I-

Maximale ondersteuning / matige assistentie / minimale assistentie / stand-byassistentie / onafhankelijk

Deze afkortingen omvatten de standaardschaal die OT’s gebruiken om te beoordelen hoeveel hulp nodig is met ADL’s, IADL’s en basis mobiliteit. Veel faciliteiten hebben voor elke categorie criteria vastgesteld, bijvoorbeeld MaxA = meer dan 50% assistentie vereist.

Voorbeeld: MinA vereist voor voeding.

AROM- Actief bewegingsbereik

In een OT-evaluatie voor een cliënt met een fysieke conditie, meten OT’s vaak de mate waarin u onafhankelijk de gewrichten van uw arm kunt bewegen; dit wordt AROM genoemd.

Voorbeeld: AROM-schouderflexie is WNL.

WNL- Binnen Normale limieten

Er zijn twee verschillende schalen die OT’s bekijken bij het meten van de gezamenlijke beweging. De eerste is het normale bereik voor beweging van elke verbinding.

Voorbeeld: polsverlenging is WNL.

WFL- Binnen functionele limieten

OT’s kunnen cliënten tegenkomen met een gezamenlijk bereik van bewegingen die minder dan gemiddeld zijn, bijvoorbeeld cliënten met jichtige schouders. De cliënt heeft deze voorwaarde echter lang genoeg aangepakt dat het gebrek aan beweging geen invloed heeft op hun vermogen om te functioneren. De therapeut kan dit dan als WFL aanwijzen.

Voorbeeld: R-schouderflexie is WFL.

PROM- Passief bewegingsbereik

Als AROM zich niet binnen de normale grenzen bevindt, zal het OT de arm vaak verder beoordelen door PROM te controleren. Dit is de mate waarin uw gewricht met hulp kan bewegen. Dit is handig bij het beoordelen of er een probleem is met de spier of met het gewricht zelf.

Voorbeeld: uitbreiding van de recht pols 0-30 graden met PROM.

RUE / LUE- Rechter / Linker Bovenste extremiteit

Dit is de fraaie OT-manier om de rechter- en linkerarm te zeggen. In onze verdediging hebben de metingen van de bovenste ledematen de neiging om metingen van de schouder te omvatten, wat de term ‘arm’ alleen niet kan impliceren.

Voorbeeld: RUE AROM WNL.

LTG / STG- Doel op lange termijn / doel op korte termijn

Het stellen van doelstellingen maakt deel uit van bijna elke evaluatie, en deze doelen worden vervolgens in de voortgangsnota’s vermeld.

Voorbeeld: LTG-Verhoog de dressing van het bovenlichaam naar MinA.

Bezigheidstherapie Jargon

Soms gaan obscure woorden op in aantekeningen. Dit zijn de meest voorkomende:

Doff- om (een kledingstuk) uit het lichaam te verwijderen

Doen om op te trekken (een kledingstuk) Rugligger

plat op je rug liggen met het gezicht naar boven Bijkomend Bronnen

Ontbrekende uit deze lijst zijn veel voorkomende afkortingen voor medische aandoeningen zoals die in uw geschiedenis en fysiek voorkomen. Zie ook afkortingen voor fysiotherapie.

Een OT-student stelde ook deze handige lijst samen van de afkortingen die ze in haar eerste jaren van de praktijk tegenkwam.

Like this post? Please share to your friends: