ICD-9-codes worden gebruikt om de diagnose van een patiënt inclusief symptomen, ziekten of stoornissen te beschrijven. In een medisch kantoor worden ICD-9-codes gebruikt om medische noodzaak voor patiëntenbezoeken vast te stellen en om de reden voor een patiëntbezoek aan verzekeringsmaatschappijen te communiceren.
Het is belangrijk dat de ICD-9-codes accuraat zijn voor de kwaliteit van de patiëntenzorg, om medische fouten te voorkomen en dat het medische kantoor een goede verzekeringsuitkering ontvangt. Goede ICD-9-codering vereist een goed begrip van hoe ICD-9-codes worden gebruikt, hoe de ICD-9-handleiding moet worden gebruikt en de belangrijkheidsnauwkeurigheid in ICD-9-codering.
1Wat zijn ICD-9-codes?
- Deze worden meestal diagnosecodes genoemd.
- ICD-9 staat voor International Classification of Disease, Ninth Revision.
- Codering is een universeel of standaardsysteem dat wordt gebruikt voor het identificeren van ziekten
- Deze codes hebben drie, vier of vijf cijfers.
- Deze codes beschrijven de reden van het bezoek, de ziekte of het letsel, of aanvullende informatie
- Kan numeriek of alfanumeriek zijn
- Moet gecodeerd zijn op het hoogste niveau van specificiteit
- Worden vermeld op formulieren voor facturering, CMS-1500 en UB-04
2Gebruik van de ICD-9 codeerhandleiding
ICD-9-codering kan verwarrend genoeg zijn, maar kan frustrerend zijn als u niet volledig begrijpt hoe u de ICD-9-handleiding moet gebruiken. De ICD-9 handleiding heeft drie volumes. Deel 1 en 2 bevatten diagnostische informatie die wordt gebruikt voor het factureren van artsen en ziekenhuizen en zijn in dezelfde handleiding. Deel 3 bevat procedurele informatie die alleen wordt gebruikt voor ziekenhuisfacturatie en staat in een afzonderlijke handleiding.
3De ICD-9 coderingshandleiding gebruiken: Volume 1
- De numerieke lijst van ICD-9 codes
- Bevindt zich aan de achterkant van de handleiding
- Codes worden weergegeven per categorie, subcategorie en subclassificaties
- Elke categorie begint met een driecijferige code, elk cijfer voorbij drie voegt meer details toe
- Een decimaal en een vierde cijfer starten een subcategorie
- Een vijfde cijfer is de subclassificatie en hoogstwaarschijnlijk de code met de hoogste specificiteit
4De ICD-9 codeerhandleiding gebruiken: Deel 2
- De alfabetische lijst van ICD-9 codes
- Gevestigd aan de voorkant van de handleiding
- Heeft dezelfde lijst met ziekten als gevonden in Deel 1
5De ICD-9 codeerhandleiding gebruiken: Volume 3
- Functies alfabetische en numerieke lijst van procedurele codes
- Elke categorie begint met een tweecijferige code , elk cijfer groter dan twee voegt meer details toe
- Een decimaal en een derde cijfer start een subcategorie
- Een vierde cijfer is de subclassificatie en hoogstwaarschijnlijk de code met de hoogste specificiteit
- Lijsten DRG (Diagnosis Related Grou) ps) voor codering van de patiënt volgens categorie
6Formattering in de ICD-9 codeerhandleiding
De coderingshandleiding van de ICD-9 maakt gebruik van speciale formattering om u te helpen bij het correct identificeren en gebruiken van de juiste codes. Deze opmaakstructuur wordt conventies genoemd.
Afkortingen
- NEC: niet elders classificeerbaar
- NOS: niet anders opgegeven
Kleurcodes
- Blauw: kan niet worden gebruikt als de primaire diagnose, beschrijft een aandoening veroorzaakt door een andere voorwaarde
- Geel: gebruikt wanneer er niet genoeg informatie is om een specifieker te kiezen code; eindigt in 8, 9 of 0
- Grijs: verwijst naar "Overige" codes die geen specifiekere code hebben om een voorwaarde te beschrijven
Tekstopmaak
- Vetgedrukte tekst voor hoofdtermen
- Tussen haakjes geven synoniemen / alternatieve woorden aan
- Dubbele punten geven het gebruik aan van de volgende modifiers
- Inspringen om subtermen te identificeren
- Cursief om extra codes te identificeren
7Symbolen in de ICD-9 codeerhandleiding
- Kogelpunten geven een nieuwe code aan
- Een driehoek omhoog wijst een herziene code aan
- Tekst ingesloten in naar binnen wijzende driehoeken geven herziene tekst aan
- Een witte N in een geel vakje geeft aan Pasgeboren
- Een witte P in een geel vakje geeft Pediatrische leeftijd aan
- Een witte M in een geel vakje geeft Moederschapstijd 12 – 55 aan
- Een witte A in een geel vak geeft Volwassene aan 15 – 124
- Een vinkje voor 4e ingesloten in een rood vakje geeft aan dat een vierde cijfer is vereist
- Een vinkje voor 5e ingesloten in rood vakje geeft aan dat een vijfde cijfer vereist is
- Een witte H in een blauwe doos geeft een door het ziekenhuis verkregen toestand aan